Verspringen
Het woord verklapt het doel van deze sport al enigszins, namelijk: zo ver mogelijk springen. Verspringen is een discipline binnen atletiek dat valt onder de springnummers. Het is ook een onderdeel van de tienkamp (voor mannen) en zevenkamp (voor vrouwen). Het aanloopgebied bij verspringen is minimaal 40 meter lang en heeft een breedte tussen de 1,22 t/m 1,25 meter. De verspringer maakt een sprong in een zandbak. Een meter voor deze zandbak bevindt zich een afzetbalk (20 centimeter). De atleet dient zichzelf op of voor de afzetbalk af te zetten anders wordt de sprong ongeldig verklaard. Om de controleren of de sprong geldig is, wordt er vaak een strook plasticine (10 centimeter) achter de afzetbalk geplaatst. Dit laagje plasticine steekt 7 mm boven de balk uit. Als de atleet de balk overschrijdt, maakt hij een afdruk in de plasticine en wordt zijn sprong afgekeurd. De lengte van de sprong wordt gerekend vanaf de afzetbalk tot de eerste afdruk van de atleet in de zandbak. De atleten mogen ieder 3 keer proberen om zover mogelijk te springen. De beste sprong telt. In internationale wedstrijden en kampioenschappen krijgen de beste acht atleten daarna nog drie finale-pogingen. In meerkampen worden maar drie pogingen toegestaan.
Het wereldrecord verspringen bij de mannen staat op 8,95 m en werd gevestigd door Mike Powell tijdens de wereldkampioenschappen atletiek in Tokio op 30 augustus 1991. Daarvóór stond het wereldrecord sedert 18 oktober 1968 op naam van de Amerikaan Bob Beamon die tijdens de Olympische Spelen van Mexico 8,90 m ver sprong.
De verste sprong bij de vrouwen bedraagt 7,52 m en staat op naam van Galina Tsjistjakova. Zij vestigde dit wereldrecord op 11 juni 1988 in Leningrad.
Materialen voor verspringen
Om de sport verspringen te kunnen beoefenen, zijn relatief weinig materialen nodig. Atleten maken gebruik van speciale schoenen die voorzien zijn van spikes. Hiermee heeft de verspringer meer grip waarmee er beter kan worden afgezet. Daarnaast heb je voor verspringen een afzetbalk nodig (ook wel een afspringbalk genoemd). Deze worden tegenwoordig vervaardigd uit hout, glasvezel of rubber. Tot slot dient een verspring faciliteit ook voorzien te worden van een springbak / zandbak. Wij bieden tevens zandvangelementen voor de springbak, afdekking van gaasweefsel en multiplex afdekkingen met kunstgras.
Hinkstapspringen
Hinkstapspringen wordt ook wel driesprong of hink-stap-sprong genoemd en is een onderdeel van de springnummers. Hink-stap-springen bestaat uit drie opeenvolgende springen. Bij hinkstapspringen begint de atleet met een aanloop. In veel gevallen bestaat zo’n aanloop uit 15 tot 19 passen. Vervolgens worden een hink, een stap en een sprong gemaakt. Net als bij verspringen vind de afzet op de afzetbalk plaats. Die afzetbalk is wit en is voorzien van een rode rand. De afstanden worden altijd vanaf deze rode rand gemeten. Bij het springen mag de rode rand niet aangeraakt worden. Gebeurt dit wel dan wordt de sprong ongeldig verklaard. Op de rode balk ligt plasticine. Plasticine is een soort rode klei waarop afdrukken gemakkelijk waarneembaar zijn. Bij de hink dient de atleet op hetzelfde been neer te komen als waarmee hij of zij zichzelf heeft afgezet. Vervolgens wordt met het andere been de stap ingezet. De stap is een grote loopsprong. Tot slot wordt de sprong geland in het zand. De meeste atleten landen met hun billen in het zand. De afdruk die het dichtste bij de rode lijn ligt, wordt gemeten.
Materiaal voor hinkstapsprong
Voor hinkstapspringen zijn relatief weinig materialen nodig. Men heeft slechts een aanloop met een grondraam en een afzetbalk met controlestrook nodig. Voor zandbehoud en het schoonhouden adviseren wij om de springbak te voorzien van een afdekking en eventuele zandvangelementen rondom de springbak.